In de loop van de afgelopen achttien maanden had de wereldwijde logistiekbranche te maken met enorme druk en historische veranderingen.
De coronapandemie had natuurlijk een aanzienlijk deel van de winkelstraten op de wereld gesloten, waardoor consumenten online begonnen te winkelen.
Bijgevolg groeiden de e-commercebestellingen in Europa tijdens 2020 aan tot € 757 miljard ($ 884,4 miljard) – een stijging van 10 percent tegenover het jaar daarvoor.
Echter, het potentieel om de overzeese verkoop te laten groeien – en de waren op de tijdige en efficiënte manier die consumenten tegenwoordig verwachten te leveren – werd sterk uitgedaagd door een ander kenmerk van de logistiekbranche van het covidtijdperk.
De Internationale Luchtvervoerassociatie (IATA) heeft cijfers gepubliceerd die laten zien dat de beschikbare vrachtcapaciteit met 75 percent daalde in de weken nadat de maatregelen om de verspreiding van het virus tegen te gaan van kracht gingen.
Ook al zijn vele van die beperkingen opgeheven en is het vliegverkeer weer toegenomen, heeft de associatie de laatste twee weken nog onderstreept dat de vrachtcapaciteit nog steeds onder het normale niveau zit.
Ze denkt dat de situatie “toeleveringsketenopstoppingen” kan creëren, aangezien de productie stijgt nu het jaarlijkse hoogseizoen voor de pakjessector eraan komt.
Nu consumenten hun aankopen graag snel ontvangen, vooral als de bestellingen kerscadeaus zijn, zullen ze aan de kans weerstaan om over de grens te kopen ook als er vertragingen mogelijk zijn?
De laatste dagen heb ik het hierover gehad met afgevaardigden die de Parcel and Post Expo in Wenen bijwoonden.
Ik heb uitgelegd hoe ik ervan overtuigd ben dat de Universal Postal Union (UPU) – het agentschap van de Verenigde Naties dat het postbeleid coördineert – een rol dient te spelen in het verwijderen van factoren die de groei van de internationale e-commerce kunnen afremmen.
De UPU is zich goed bewust van de impact van de onlinehandel op volumes afgehandeld door de 192 landen die lid zijn.
Een rapport dat dit jaar in mei gepubliceerd werd, illustreerde dat terwijl de hoeveelheid post in het decennium tot 2019 afnam met 43 percent, het pakjesverkeer over dezelfde periode groeide met meer dan 250 percent.
Pakjes – de meeste ervan afkomstig van e-commerce – zijn goed voor bijna twee keer het percentage van alle door de nationale post verwerkt materiaal vergeleken met 2009.
Dat gezegd zijnde, moeten nationale postsystemen en hun commerciële partners nog steeds werken met beperkingen die afkomstig zijn van voor het tijdperk van online handel.
Ik haalde één voorbeeld aan bij het publiek in Wenen waarmee ik toonde hoe administratieve rompslomp de inspanningen dwarsboomde van een van ’s werelds leidende nationale postbedrijven om een grote opstapeling van post en pakjes weg te werken, omdat hun nationale luchtvaartmaatschappij cargovluchten stopte op de piek van de pandemie.
Na drie maanden was de achterstand gegroeid tot zeshonderd ton, dus schakelde het postbedrijf in kwestie een privébedrijf in voor hulp.
Met een mix van vindingrijkheid en hard werk van beide kanten slaagden ze erin om de post- en pakjesberg te halveren.
Ze konden echter niet verdergaan omdat het depot van het privébedrijf in kwestie niet kwalificeerde voor de status van IMPC (internationaal postverwerkingscentrum), iets wat de hele achterstand had kunnen wegwerken.
Het betekende dat, in dat geval en in andere, de nationale postbedrijven niet volledig gebruik konden maken van de vakkennis van commerciële partners en opportuniteiten voor groei konden identificeren.
Ik denk dat het jammer is dat postbedrijven verhinderd worden om hun universele dienstverplichtingen na te komen en om hun echt potentieel te ontplooien door de huidige regelgeving, en dat vooral in een wereld die radicaal verschilt van diegene waarin we achttien maanden geleden leefden.
Regelgevers – zowel douane-instanties als diegene die de wereldwijde postsector leiden – moeten wellicht dezelfde soort welwillendheid aan de dag leggen als de wereldbevolking die de manier waarop we werken, aanpast om mee te kunnen met onze snel veranderende tijden. Dit niet doen kan het vermogen van postbedrijven beperken, evenals dat van private logistiekspecialisten en handelaars om munt te slaan uit de gretigheid van consumenten om goederen te kopen in het buitenland.